De ramingen van het Centraal Planbureau zijn precies dat: ramingen. Politiek Den Haag moet ze niet gebruiken als keiharde voorspellingen, schrijft Eline Ronner.

Het Centraal Planbureau is somberder over de ontwikkeling van onze economie, bleek uit de ramingen die het bureau woensdag presenteerde. Deze cijfers zullen als uitgangspunt dienen voor het kabinet wanneer er wordt besloten waar er precies op zal worden bezuinigd.

Om het begrotingstekort binnen de Brusselse normen te houden, moet er 6 miljard extra bezuinigd worden. Dat wisten we al vanaf dit voorjaar, maar pas met Prinsjesdag in september weten we welke maatregelen we kunnen verwachten. Niet alleen laat het kabinet ons zo onnodig lang in het ongewisse over wat ons te wachten staat. Het baseert zijn maatregelen op schijnzekerheden.

CPB stelt ramingen voortdurend bij

Vorig jaar september ging het bureau nog uit van een groei van 0,75 procent voor 2013. Dit voorjaar was de verwachting al omgeslagen naar een krimp van 1 procent. Nu wordt voorzien dat de krimp met 1,25 procent nog iets dieper zal zijn.

Het illustreert dat de rekenmeesters van het CPB hun ramingen voortdurend bijstellen. Zelfs dan nog zitten ze er niet zelden naast, blijkt uit eigen onderzoek naar de trefzekerheid van de ramingen van het bureau tussen 1975 en 2005. Na 2005 is de trefzekerheid overigens niet verbeterd bleek uit een eerdere inventarisatie van het weblog Sargasso.

Foutmarge

Het voorspellen van het verloop van de economie heeft in die zin wel iets weg van het voorspellen van het weer op lange termijn. Het is niet voor niets dat het CPB ongeveer eenzelfde waarschuwing als het KNMI op zijn website heeft staan.

Want – al gebruikt politiek Den Haag de ramingen wel zo – op de eigen website geeft het planbureau aan dat we de ramingen niet als keiharde voorspellingen moeten lezen. Ze geven een grof idee van de kant die het met de economie op gaat. Kijk dus niet vreemd op wanneer de economie dit jaar geen 1,25 procent maar 1,75 procent blijkt te krimpen. Dit zit nog aardig binnen de foutmarge van dit soort modellen.

Vatbaar voor verbetering

Bovendien zijn economen er inmiddels achter dat het effect van bezuinigen in tijden van economische teruggang groter is dan gedacht. We zien dit terug aan de verwachting van het CPB dat ons begrotingstekort volgend jaar verder oploopt naar 3,9 procent van het BBP.

Dit zogenoemde noemereffect houdt in dat het begrotingstekort als percentage van het BBP harder oploopt omdat de economie harder krimpt dan gedacht.  Het toont dat de modellen die we hanteren aan verbetering toe zijn.

Wijs gebruiken

Kunnen de ramingen van het CPB dan domweg de prullenbak in? Welnee. Zeer scherp sturen op de CPB-ramingen is niet aan te raden, omdat dit schattingen opwaardeert tot keiharde voorspellingen.

Door ze te gebruiken waar ze werkelijk voor bedoeld zijn – een indicator van de kant die de economie opgaat als we op de ingeslagen weg doorgaan – doet meer recht aan de waarde van de verwachtingen.

Lees ook

Waarom de recessie onze eigen schuld is

Hoe het CBS de werkloosheid overdrijft

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl